Tuintje van Charles
Bouwaanvraag
Hana Matsuri is een Japanse feestdag. De bloei van de kerselaar is slechts van korte duur en als het zover is worden er picknicks georganiseerd door heel Japan, 's nachts worden er lantaarns in de bomen gehangen. De korte bloeiperiode van de sierkers symboliseert een nieuw begin, het verwaaien van de bloesems tekent tegelijk ook de vergankelijkheid van het leven.
De Bouwaanvraag neemt ongevraagd actie en bevraagt daardoor de afwachtende positie van de architect in een hedendaags discours over kwalitatieve publieke ruimte. De attitude in het ontwerp is het uitgangspunt, de kracht van de architectuurpraktijk het middel. Vanuit deze optiek is de Bouwaanvraag een uitnodiging, een gesprekspartner en eigenlijk ook een geschenk.
In samenwerking met Olivier Goethals, Laura Muyldermans en Sander Rutgers.
Met dank aan: Maarten van den Driessche, Joris Kerremans, Bart Decroos, Jan Minne, Valentijn Goethals.
Medewerkers en deelnemers Summer School: Tina De Keyser, Jasmien De Ryck, Lucas D'haen, Niels Francq, Hannah Gordts, Julie Helewaut, Kaat Janssens, Laure Machtelinckx, Amelie Thomas, Jeffa Vandecasteele, Amber Van de Rostyne, Jonne Van Roy, Lode Vertongen, David Vrambout, Lena Usala.
Joris Vandenhaute.
Dit project kwam tot stand met de steun van UGent - Vakgroep Architectuur en Stedenbouw, KU Leuven - Departement Architectuur, de Stadsbouwmeester Gent, 019-Ghent en het kunstendecreet van de Vlaamse Gemeenschap.
Waar de kleine ring van Gent de Kortrijksesteenweg kruist, is een oplettende voorbijganger het perfect onderhouden tuintje van Charles wel eens opgevallen. Tussen de voorbijrazende auto’s, rinkelende trammen en met vaart naar beneden fietsende studenten, is met uiterste nauwkeurigheid op de middenberm van de overmaatse Charles De Kerchovelaan een romantische tuin aangelegd.
Deze ‘nouveau jardin pittoresque’ werd in 1948 aangelegd door de Gentse plantsoendienst. Hogerop staat het onbereikbare momument voor Charles de Kerckhove de Denterghem, als een rotonde temidden van het verkeer.
We maken van het tuintje van Charles een omsloten tuin. De Hortus Conclusus beantwoord aan de fundamentele drang naar introspectie en geeft uitdrukking aan een bijzondere visie op de natuur, een kosmische gerichtheid op het landschap. Waar voorheen de afmetingen van het tuintje werden bepaald door de boordstenen van de middenberm, maakt nu een glazen spiegelwand de grens tussen tuin en asfalt. De wand aan de binnenzijde is een glazen spiegelwand die de tuin eindeloos reflecteert. Van buiten is de wand helder glas zodat de tuin zichtbaar blijft vanaf de ring. De glasplaten worden koud geplaatst tussen dwarse steunvinnen zichtbaar aan de zijde van de ring. De traps oplopende spiegelwand is gemiddeld 250 cm hoger dan het niveau van de hellende tuin. De bloesems van de kerselaars komen boven de spiegelwand uit. Een voorbijganger die de ring oversteekt ter hoogte van de Charles De Kerckhovelaan kan te midden van zijn oversteek vast komen te staan aan een rood licht net naast de glazen wanden. Langs deze zijde bevindt zich de enige ingang tot het tuintje van Charles.
De voorbijganger wordt een bezoeker en gaat dwars op het zebrapad de kop van de omsloten tuin in. De bezoeker houdt zijn adem in, een weerspiegelde tuin ontplooit zich als een oneindige wereld. Op de waterstroompjes komen de verschillende lelies tot bloei. Rondom vliegen ontelbare vlinders van bloem tot bloem.
Een lange hoge trap steekt het kruispunt over en verbindt de twee tuinen. De hoge trap is een rood-witte vakwerkstructuur en wordt langzaamaan met haagwinde begroeid. Na een klim tot 23.5 m hoog komt de bezoeker op de top van de trap oog in oog te staan met het standbeeld van ‘Vrouwe Onoverwinnelijkheid’ en de lengte-as van de ring. Onder hem het constante gezoem van het voorbijgaande verkeer. Het vakwerk profileert zich als een poort voor de stad in het oogpunt van de automobilist. Aan de voeten van de trap rijdt de tram onderdoor.
Het eind van de trap ligt de enige toegang tot een geheime tuin, nog rustiger dan de eerste. De bezoeker mijmert in gedachten en ziet zichzelf en zijn omgeving gereflecteerd. De vallende bloesemblaadjes dwarrelen oneindig rond.
Waar de kleine ring van Gent de Kortrijksesteenweg kruist, is een oplettende voorbijganger het perfect onderhouden tuintje van Charles wel eens opgevallen. Tussen de voorbijrazende auto’s, rinkelende trammen en met vaart naar beneden fietsende studenten, is met uiterste nauwkeurigheid op de middenberm van de overmaatse Charles De Kerchovelaan een romantische tuin aangelegd.
Deze ‘nouveau jardin pittoresque’ werd in 1948 aangelegd door de Gentse plantsoendienst. Hogerop staat het onbereikbare momument voor Charles de Kerckhove de Denterghem, als een rotonde temidden van het verkeer.
We maken van het tuintje van Charles een omsloten tuin. De Hortus Conclusus beantwoord aan de fundamentele drang naar introspectie en geeft uitdrukking aan een bijzondere visie op de natuur, een kosmische gerichtheid op het landschap. Waar voorheen de afmetingen van het tuintje werden bepaald door de boordstenen van de middenberm, maakt nu een glazen spiegelwand de grens tussen tuin en asfalt. De wand aan de binnenzijde is een glazen spiegelwand die de tuin eindeloos reflecteert. Van buiten is de wand helder glas zodat de tuin zichtbaar blijft vanaf de ring. De glasplaten worden koud geplaatst tussen dwarse steunvinnen zichtbaar aan de zijde van de ring. De traps oplopende spiegelwand is gemiddeld 250 cm hoger dan het niveau van de hellende tuin. De bloesems van de kerselaars komen boven de spiegelwand uit. Een voorbijganger die de ring oversteekt ter hoogte van de Charles De Kerckhovelaan kan te midden van zijn oversteek vast komen te staan aan een rood licht net naast de glazen wanden. Langs deze zijde bevindt zich de enige ingang tot het tuintje van Charles.
De voorbijganger wordt een bezoeker en gaat dwars op het zebrapad de kop van de omsloten tuin in. De bezoeker houdt zijn adem in, een weerspiegelde tuin ontplooit zich als een oneindige wereld. Op de waterstroompjes komen de verschillende lelies tot bloei. Rondom vliegen ontelbare vlinders van bloem tot bloem.
Een lange hoge trap steekt het kruispunt over en verbindt de twee tuinen. De hoge trap is een rood-witte vakwerkstructuur en wordt langzaamaan met haagwinde begroeid. Na een klim tot 23.5 m hoog komt de bezoeker op de top van de trap oog in oog te staan met het standbeeld van ‘Vrouwe Onoverwinnelijkheid’ en de lengte-as van de ring. Onder hem het constante gezoem van het voorbijgaande verkeer. Het vakwerk profileert zich als een poort voor de stad in het oogpunt van de automobilist. Aan de voeten van de trap rijdt de tram onderdoor.
Het eind van de trap ligt de enige toegang tot een geheime tuin, nog rustiger dan de eerste. De bezoeker mijmert in gedachten en ziet zichzelf en zijn omgeving gereflecteerd. De vallende bloesemblaadjes dwarrelen oneindig rond.
Waar de kleine ring van Gent de Kortrijksesteenweg kruist, is een oplettende voorbijganger het perfect onderhouden tuintje van Charles wel eens opgevallen. Tussen de voorbijrazende auto’s, rinkelende trammen en met vaart naar beneden fietsende studenten, is met uiterste nauwkeurigheid op de middenberm van de overmaatse Charles De Kerchovelaan een romantische tuin aangelegd.
Deze ‘nouveau jardin pittoresque’ werd in 1948 aangelegd door de Gentse plantsoendienst. Hogerop staat het onbereikbare momument voor Charles de Kerckhove de Denterghem, als een rotonde temidden van het verkeer.
We maken van het tuintje van Charles een omsloten tuin. De Hortus Conclusus beantwoord aan de fundamentele drang naar introspectie en geeft uitdrukking aan een bijzondere visie op de natuur, een kosmische gerichtheid op het landschap. Waar voorheen de afmetingen van het tuintje werden bepaald door de boordstenen van de middenberm, maakt nu een glazen spiegelwand de grens tussen tuin en asfalt. De wand aan de binnenzijde is een glazen spiegelwand die de tuin eindeloos reflecteert. Van buiten is de wand helder glas zodat de tuin zichtbaar blijft vanaf de ring. De glasplaten worden koud geplaatst tussen dwarse steunvinnen zichtbaar aan de zijde van de ring. De traps oplopende spiegelwand is gemiddeld 250 cm hoger dan het niveau van de hellende tuin. De bloesems van de kerselaars komen boven de spiegelwand uit. Een voorbijganger die de ring oversteekt ter hoogte van de Charles De Kerckhovelaan kan te midden van zijn oversteek vast komen te staan aan een rood licht net naast de glazen wanden. Langs deze zijde bevindt zich de enige ingang tot het tuintje van Charles.
De voorbijganger wordt een bezoeker en gaat dwars op het zebrapad de kop van de omsloten tuin in. De bezoeker houdt zijn adem in, een weerspiegelde tuin ontplooit zich als een oneindige wereld. Op de waterstroompjes komen de verschillende lelies tot bloei. Rondom vliegen ontelbare vlinders van bloem tot bloem.
Een lange hoge trap steekt het kruispunt over en verbindt de twee tuinen. De hoge trap is een rood-witte vakwerkstructuur en wordt langzaamaan met haagwinde begroeid. Na een klim tot 23.5 m hoog komt de bezoeker op de top van de trap oog in oog te staan met het standbeeld van ‘Vrouwe Onoverwinnelijkheid’ en de lengte-as van de ring. Onder hem het constante gezoem van het voorbijgaande verkeer. Het vakwerk profileert zich als een poort voor de stad in het oogpunt van de automobilist. Aan de voeten van de trap rijdt de tram onderdoor.
Het eind van de trap ligt de enige toegang tot een geheime tuin, nog rustiger dan de eerste. De bezoeker mijmert in gedachten en ziet zichzelf en zijn omgeving gereflecteerd. De vallende bloesemblaadjes dwarrelen oneindig rond.